Beeldende vorming lesfasesmodel les 1
De doelen van de les waren om het vak te introduceren en om het verschil
tussen knutselen en beeldende vorming duidelijk te maken. Dit laatste werd
duidelijk gemaakt door de opdracht toren bouwen. Er werden verschillende
groepjes gevormd en één groepje kreeg een opdracht met hele uitgebreide stappen
en een plaatje hoe het ontwerp er uiteindelijk uit moest komen te zien. Wij
kregen een vrijere opdracht waarin we zelf mochten kiezen hoe we de toren
gingen vormgeven. Er zat een belangrijk verschil tussen de communicatie van beide
groepen en de werkwijze. Bij het groepje met de duidelijke opdracht was het
minder uitdagend en het beeld was al bekend. Bij ons groepje moesten we goed
overleggen en zelf een beeld ontwerpen. Dit is het belangrijkste wat ik geleerd
heb deze les; knutselen is iets heel anders dan beeldende vorming. Bij
knutselen gaat het om nadoen en is er al een beeld gevormd. Terwijl het bij
beeldende vorming juist gaat om zelf een beeld creëren zonder uitgebreide
voorgezegde stappen.
Na de opdracht hebben we uitleg gekregen over de verschillende fasen van
een les. Hierin werd pas echt het verschil duidelijk tussen knutselen en
beeldende vorming. Zo is het belangrijk dat er een dat er in de receptieve fase
een beeld wordt gevormd. Er wordt bijvoorbeeld een film gekeken, een lied
gezongen of een verhaal verteld dat aansluit bij de opdracht. Dit hoort bij de
beeldende vorming. In de les die ik heb gelezen was er een goede receptieve fase met een aansluitend gebouw. Er waren weinig stappen dus veel ruimte voor het maken van een eigen beeld. Uiteindelijk was er ook een reflectie fase waarin elke leerling moest vertellen wat en waarom hij of zij had gemaakt. De les die ik had was een goed voorbeeld van een les beeldende vorming.
Uiteindelijke doel les: dat kinderen uit zichzelf een ontwerp moeten maken en niet het ontwerp van de juf/meester overnemen.